Zondag
was het lenteachtig weer. Een mooie gelegenheid voor een lange duurloop in het Kralingse bos. Maar na
een halfuurtje moest ik een grote bah. Hardlopen heeft een stimulerende werking
op de darmen.
Het zag zwart, of liever
gezegd kakelbont van de lopers, loopgroepen en in en in fleurige ski-jacks
gestoken Nordic-walkende bejaarden, vooraf gegaan door een atleet die zich zijn
loopbaan als sportinstructeur misschien anders had voorgesteld. Nergens een toilet,
de kinderboerderij was te ver. Als je moet, dan moet je. Gelukkig vond ik een
fijn outdoor toiletje in de vorm van een omgewaaide boom met een grote plas
helder water op de plaats waar de wortels hadden gezeten. Zo kon ik mijn
behoefte doen en vervolgens op Aziatische wijze mijn billen mandiën en mijn
handen wassen. Na gedane zaken vervolgde ik opgelucht mijn weg.
Kakken en hardlopen; twee
conflicterende grootheden.
Ik herinner mij, toen ik mijn eerste
marathon ging lopen in 1983 dat toen het “koolhydraat-stapel-dieet” in zwang
was. Dan moet je een week vóór de marathon een lange duurloop doen en
vervolgens vier dagen achterelkaar een koolhydraatàrm dieet volgen. De
spierglycogeenvoorraad (dat is spiersuiker) raakt dan helemaal uitgeput. Vervolgens
moet je de laatste drie dagen vóór de marathon een koolhydraatrìjk dieet
volgen. Het gevolg is dat de van suiker uitgeputte spieren veel mèèr glycogeen
op slaan dan zonder zo’n voorbereiding, waardoor er veel later in de wedstrijd
op vetverbranding word overgegaan. Dat is voordelig want suikerverbranding kost
minder energie dan vetverbranding. Dan loop je met minder moeite, dus sneller.
Dit malle dieet bleek in de praktijk
ook een nadeel te hebben en dat heeft de nodige boertige scènes opgeleverd. Cor
Lambrechts, toen Nederlands kampioen, vertelde dat hij in die marathon achter
Robert De Castella - toenmalig
wereldkampioen
- liep en dat er plotseling allemaal bruine vogeltjes uit de broek van Robert
vlogen die hij maar nauwelijks kon ontwijken. De Castella liep dóór, hij lag op
kop en dat wilde hij koste wat kost zo houden. Cor Vriend, een andere
Nederlandse topper, heeft ook wel eens zijn lichtgele ensemble, dat hem door
zijn sponsor ter beschikking was gesteld, verontreinigd. Ook hij won die wedstrijd
maar je staat zo wel voor schandaal op het ereschavot. Zeg nou zelf.
Ook zonder zo’n dieet kan je in de
sanitaire problemen komen. Greg van Hest een paar jaar geleden. Wàs hij een
keer niet geblesseerd, moest hij poepen. Da’s balen! Arme Greg. Hij zocht in
tegenstelling tot zijn illustere voorgangers gelukkig wel een toilet op,
verloor de wedstrijd maar behield zijn waardigheid.
Dat drastische dieet is uit de mode
geraakt. En dat is maar het beste ook. Dergelijke taferelen doen afbreuk aan de
marathon als schouwspel en plaatsen de sport in een kwade reuk.
Laaglander