dinsdag 9 oktober 2012

Zeeland marathon , 6 oktober 2012.


Mijn 36e marathon liep ik afgelopen zaterdag in Zeeland. Drie maal eerder liep ik die. Ik heb er een haat/liefde verhouding mee. Hij is zwaar. Klimmen en dalen in de duinen en ploegen door het strandzand. Van Burgh Haamstede naar Zoutelande. In 2009 hadden we windkracht 9 tegen en vorig jaar was het plotseling 27ºC, de warmste 1 oktober ooit gemeten in Nederland. Dat zware is natuurlijk ook het leuke. Je moet een beetje masochist zijn voor de marathon.
 Dit jaar waren de omstandigheden heel goed. Weinig wind, af en toe mee, een zonnetje en zoals altijd: veel toeschouwers. Het leeft echt in Zeeland. Ook bij slecht weer is er enthousiast publiek. Kinderen scanderen je naam, die op je borstnummer staat. De vrijwilligers, die drinken en sponzen aangeven, zijn vriendelijk en eindeloos geduldig.
De enige kritiek die ik kan verzinnen is de ronkende, chauvinistische taal in de folder, opgeleukt met quotes in dialect en een T-shirt, wat je krijgt bij de finish, versierd met een amateuristische, ‘humoristische’ tekening plus een oubollige tekst in dat vermaledijde dialect, zoals: blie dak ‘r bin, stik hgros en k’èt g’haele. Dit zonder ondertiteling, en zo lelijk dat je er nog niet eens in zou willen klussen. Maar daar staat een hoop goeds tegenover.  Ik  ging samen met mijn ravissante collega R, die afkomstig is uit Zeeland en die deze marathon elk jaar loopt. Ze was er al, met haar partner. Dat was prettig want die bracht ons per auto naar de start. Hoefde we niet in de bus.
Zoals steeds was ze veel sneller- een half uur dit keer- dan ik. Ze is wel 20 jaar jonger maar ’t doet toch pijn aan mijn machohart: het lot van de ouder wordende atleet.
Mijn training heeft niet langer tot doel beter te worden, maar om de onverbiddelijke neergang te vertragen. Een voordeel van mijn tragere tempo, zeg maar: de veteranenbonus, is het feit dat ik met die snelheid tussen veel vrouwen loop. Dus vaak met uitzicht op deinende billenpracht, soms in strak lycra, dan weer, bil voor bil, uitpiepend onder een kort broekje. Zo mag ik het graag zien, al is het geen stimulans om ze te passeren. Bij één dame dacht ik dat ze een heel bovenbeen had ingetaped maar dat bleek een grote, circulaire tatoeage te zijn.
Het gemene van deze marathon is dat de laatste kilometers het moeilijkst zijn. Een paar hoge duinen die zo steil zijn dat er een trap voor is gemaakt.
Het fijnste is natuurlijk dat je heelhuids over de meet komt. Dan heb je bereikt waarvoor je getraind hebt. Alleen had ik dit keer niet zo veel getraind, want ik had steeds last van mijn achillespezen. Gelukkig viel het mee; zowel de getraindheid als de pezen.
De marathon, jongens en meisjes, is niet alleen een tocht over land, het is ook een tocht in je zelf. Je loopt letterlijk tegen je eigen weerstand te knokken. Je hebt zin om te stoppen maar je wil het afmaken. Als dat lukt geeft het een kick.
Voor het eerst, sinds mijn eerste marathon in 1983 (alweer), deze keer niet gevierd met bier, want ik mag geen alcohol meer van de dokter. Ik heb me te lang, te diep ingeleefd in mijn alcoholistische doelgroep. Maar daarom niet getreurd, Fanta is ook lekker.
Laaglander.

 

 

 

 

 

 

1 opmerking:

Roenje zei

Groot Respect collega Laaglander, ook voor collega R. Naast het voltooien vind ik het een prachtig tot de verbeelding sprekend verslag.
HOT