Jan
van Dijk bekeek zichzelf in de spiegel. Zijn facings blonken. Dik, zilvergrijs,
golvend haar. Hij spande zijn spieren aan. Wat hij zag beviel hem. Met zijn
negenenvijftig jaar nog stevig gespierd en slank. Kwestie van bijhouden. Use it
or lose it. Hij zette sportschoolbezoek in zijn agenda, al had hij het nog zo
druk. Kwestie van prioritering. Hij had het altijd druk omdat hij succesvol
was. En omdat hij beroemd was en er goed uitzag had hij veel belangstelling van
vrouwen, wat hij fijn vond want hij was dol op vrouwen. Dat hij met die
escapades in de roddelbladen kwam maakte hem niet uit, integendeel, dat was
goed voor zijn mannelijke imago. Hij had een open huwelijk, dus op dat gebied
geen probleem. Maar nu was daar dus een vervelend dingetje. Hij had seks gehad
met een man. Niet met zomaar een man maar met Robert Vereik.
Hij
was op een avond voor een vergadering naar Roberts huis gegaan. Hij en Robert
bleken de eersten te zijn. ‘Wie komen er, de hele crew van Bolwerk?’
‘Nou,
nee, Jan, zie je, ik moet je alleen spreken’.
’Alleen spreken? Dat had jij in de uitnodiging
moeten zetten. De wijze waarop jij mij naar jouw huis gelokt hebt bevalt mij
allerminst, Robert.’
‘Maar
het was de enige manier waarop ik jou een keer privé kan spreken. Over ons
programma en de rol die je daarin hebt. Daar hebben we geen pottenkijkers bij
nodig, Jan.’
‘Nou,
laat maar eens horen dan. Ik hoop voor jou dat je een goed verhaal hebt.’ Jan
klonk al wat minder bars. Hij mocht Robert eigenlijk wel en hij was gevleid.
‘Heb
je wat lekkers onder de kurk, dan ben ik in elk geval niet voor niets gekomen.’
Nou,
dat had Robert wel. Champagne!
‘Jij
moet een veel prominentere rol krijgen op t.v. Jij bent een echte
kijkcijferkanjer.’ Dat soort woorden gingen er in als koek bij Jan, die er zelf
stiekem net zo over dacht.
Ze
klonken. Intussen spuide Robert allerlei ideeën voor Jans carrière. Dat was
eigenlijk wel logisch, want Jan was onlangs met zijn tv-programma: Jan N. van
Dijk, gestopt. Hij schoof nu te hooi en te gras aan bij allerlei
praatprogramma’s maar dat bevredigde hem maar matig. ‘Heb je niet iets pittigers
dan dit wijvendrankje, Robert. Whisky of zo. Wodka mag ook.’ Dat had Robert
wel. Robert schonk ruime hoeveelheden. Jan werd dronken. Dronken van de
vleiende woorden en dronken van de drank. Jan had zijn schoenen uit gedaan. Amy
Winehouse klonk uit de speakers. Robert schoof steeds dichter naar hem toe en
zette zijn kousenvoeten boven op die van Jan. Plotseling waren Roberts grote,
warme handen overal op Jans lichaam. Hij rook naar wijn en after shave. Hij
voelde zijn baardstoppels tegen zijn eigen baardstoppels, als klittenband. Een
nieuwe, onbekende sensatie, wel lekker eigenlijk. En hij liet het gebeuren. Ik
heb al zoveel vrouwen gehad. Ik wil ook weleens met een man vrijen, dacht Jan.
Dit is een goede gelegenheid. Hij had nog net de tegenwoordigheid van geest om
zijn vrouw te appen dat hij teveel gedronken had om nog te rijden en dat hij
bij Robert bleef slapen.
De
volgende dag had Jan een kater van belang, in meer dan een opzicht. Hij had
ontdekt dat hij met een man kon vrijen.
Dat was nieuw. Maar hij wist ook zeker dat hij vrouwen leuker vond. Een beetje
bi. Niks geks eigenlijk.
‘Zijn
we nu een setje, Jan?’
‘Geen
sprake van. Ik val op vrouwen, hoor. Dit was eenmalig’
‘Dat
kan je niet menen! Het was zo goed en fijn. Ik kan het wel van de daken
schreeuwen.’
‘Als
je dat maar laat. Ik waarschuw je. Geen publiciteit. Anders…’
‘Ik
vind je stoer, als je zo praat. Zo mannelijk.’
‘Ik
meen het wel. Ik stuur zo een paar zware jongens op je af als ik morgen, als
jouw nieuwe liefde in de Privé sta.’
Toen
Jan terugkwam van zijn dagelijkse rondje rennen in het Amsterdamse bos las hij
bij een kopje koffie in De Telegraaf: ‘ROBERT VEREIK BEDREIGD DOOR JAN N. VAN
DIJK’. ´Ik stuur een paar zware jongens op je af´, zou Jan N. van Dijk hebben
geroepen, tijdens een hoogoplopend werkoverleg.
Is ie
helemaal gek geworden, dacht Jan. Ik pak ‘m terug in mijn column. Ik schrijf
gewoon dat het natuurlijk een grapje van mij was, die zogenaamde bedreiging.
Maar
hoe nu verder. Robert heeft misschien wel foto’s gemaakt, toen ik sliep, die
rat. Ontkennen heeft dan geen zin. Zo’n scoop laat hij zich natuurlijk niet
ontnemen. Dat blijft als een zwaard van Damocles boven m’n hoofd hangen. Er zit
niets anders op, dan om er zelf mee naar buiten te komen. M’n familie en mijn
exen zullen wel denken. Maar aan de andere kant, het is ook best wel heldhaftig
van mij om er zo eerlijk over te zijn. En bi zijn is best cool. Van al die
stoerdoenerij heb ik schoon genoeg. Misschien blijkt het een blessing in
disguise te zijn. Ik kan dan heel andere kanten van mezelf laten zien. Ik krijg
ideeën voor een nieuw programma..
Arie
Boomsma eat your heart out.
Laaglander
‘
Geen opmerkingen:
Een reactie posten