Afgelopen
donderdag, toen ik met de hardloopgroep het sterrenbos introk, kwam ik Els
tegen, mijn lieve hoofd- en eindredacteur. Ze werd uitgelaten door Jesse, de
vrolijke Griekse border collie. Ik kon niet veel zeggen, ik moest dóór. M’n
groep was al uit het zicht verdwenen. Intussen knaagde het schuldgevoel. Ik heb
al een paar weken niet geleverd. Dat komt door de belasting. Telkens denk ik:
ik moet een stukje schrijven maar eerst m’n aangifte doen. Dat blokkeerde alles
want die aangifte stelde ik al maar uit. Dat heb ik van mijn doelgroep geleerd:
Stel nooit iets uit tot morgen als je het ook kan uitstellen tot overmorgen.
Maar nu is me aangifte af en gemaild, veel gemakkelijker dan ik dacht want
inderdaad, de belastingdienst had hem al voor 80% ingevuld.
Een
ander probleem is dat ik vaak vind dat ik niks te vertellen heb. Dan lees ik
een column en dan denk ik òf: wat een flauwe flutcolumn, ik ben blij dat ik hem
niet geschreven heb of ik denk: wat een leuke, geestige column, kon ik dat
maar. Dat schiet dus niet op. Zo raak ik nog in een writers block verzeild, met
een depressie op de koop toe. Nee. Ik moet maar gewoon, gewetensvol mijn
bescheiden ding doen, misschien niet zo geestig als Sylvia Witteman maar
hopelijk ook niet al te flauw.
Nog
eenentwintig nachtjes slapen voor de marathon. Ik lig op schema en ik ben nog
steeds 70 kg. Hardlopen is een bron van vreugde. Al maakt Mink, het
gangmakertje, het me soms niet even makkelijk. De laatste keer heb ik hem twee
keer bij een vleesgroothandel moeten weghalen. De hongerlijer. Vlakbij het
parkje waar ik altijd begin met joggen is
een bedrijventerrein waar een vleesgroothandel is gevestigd. Overdag is
het er bedrijvig. Grote vrachtwagens uit Spanje en Roemenië lossen daar op drie
losperrons hun vracht. (Hinnik-rund, waarschijnlijk.) Als ik Mink kwijt ben zit
hij vaak onder zo’n losperron, te wachten of er niet een vleesje of een botje
valt. De buitenlandse chauffeurs vinden het nogal lollig, geloof ik. Eén keer
heeft hij zich er laten insluiten. Toen was hij kennelijk net voordat het hek
dicht ging naar binnen geglipt. Gelukkig was er nog een oude receptionist
aanwezig - hij stond ook op het punt te vertrekken - die blazend, steunend en
mopperend de poort voor de insluiper opende. Zo houd die schurk me wel vaker
bezig. Meestal loopt ie braaf mee maar voor loopse teven en lekkere hapjes
vergeet hij zijn plicht.
Nu
de lente nog. Laat die gevreesde opwarming van de aarde maar beginnen, daar kan
ik wel mee leven. Ik ben die winter spuugzat. Wie niet? Ik wil met slippers en
kortgebroekt in de tuin zitten en blootraaps joggen. Dan kan iedereen mijn six
pack en mijn gespierde benen zien, zolang ik ze nog heb, en wordt ik een beetje
bruin.
Laaglander
Geen opmerkingen:
Een reactie posten