Het huis waarin ik geboren werd is afgebroken; mijn ouders leven
niet meer, mijn broers en zusters wonen ver van mij vandaan. Er is niemand in
mijn nabijheid met wie ik mijn jeugdherinneringen
deel en ik kan niet teruggaan naar mijn moeders armen, naar mijn vaders huis.
De meester zei hierover: indien de banden met het verleden
tastbaar blijven worden zij door de tijd losser gemaakt. Indien ze, zoals ze
bij jou het geval is, geheel verbroken zijn, bedenk dan dat ook het heden eens
verleden zal zijn; laat niet, uit heimwee naar gisteren, vandaag ongemerkt aan
je voorbij gaan.
Uit: Gesprekken met de meester, geschreven door Carla Krüger uit
1947.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten