Ook ik
Ik
ben zestien jaar. Ik sta in de bus, de zitplaatsen zijn bezet. Bij
een halte wordt gestopt. Er komen nieuwe passagiers binnen. De
nieuwkomers moeten staan. Dan staat een jongeman op, zijn gezicht zit
onder de acne. Hij zegt tegen een oudere vrouw: 'wilt u zitten?' De
jongen komt dicht bij mij staan. Het is behoorlijk druk dus veel keus
heeft hij niet. De bus gaat een bocht in. Het evenwicht van de
staande passagiers wordt getest. Ik voel een hand in mijn kruis.
'Sorry' zegt de puistige dader, een ongelukje veinzend. Maar bij de
volgende bocht heeft hij mij edele delen alweer te pakken. Dat is al
te toevallig, denk ik. Ik draai me half van hem weg en ram mijn
elleboog met maximale kracht in zijn plexus solaris. Terwijl hij met
een kreet voorover tuimelt draai ik me terug en ram mijn knie omhoog
in zijn vallende gezicht. Bloedend en kermend ligt hij op de vloer
van de bus. De passagiers wijken uiteen en kijken vol ontzetting naar
het slachtoffer. 'Wat doe jij nou? Waar is dat goed voor, die
aardige, beleefde jongeman zo te mishandelen,' zegt de oude dame, die
haar zitplaats aan de aanrander te danken heeft. En zo kan ik nog een
tijdje door fantaseren...
Maar
zo ging het niet helemaal. Ik wist ik niet wat ik moest na zijn
tweede greep. In werkelijkheid stond ik me daar met een rooie kop te
schamen. Alsof ìk iets misdaan had, en deed ik helemaal niets. Ik
dacht: als niemand het weet is het niet gebeurd. Dan doet het er niet
toe. Maar het feit dat ik het vijftig jaar later nog niet vergeten
ben, bewijst dat het er wel toe doet. Ik had hem inderdaad op zijn
muil moeten timmeren.
Het
zullen heel wat mensen - vrouwen vooral - net als ik zijn vergaan.
Die ' hem' achteraf op zijn muil hadden moeten timmeren. Maar ja, dat
hebben we nu eenmaal niet gedaan. En dat maakte toen dat ik het er
niet over wilde hebben, voor geen prijs; het maar zo snel mogelijk
wilde vergeten. Wat duidelijk niet gelukt is.
Omdat
ik toen niet opgetreden heb, vond ik dat ik geen recht van spreken
meer had. En zo zal het veel mensen zijn vergaan want ik ben in dat
opzicht niet uniek. Zelfs slachtoffers van veel ernstiger seksueel
geweld. Nu, in de flow van #metoo, is het een mooie gelegenheid om me
alsnog te uiten, net als al die mensen. Want je uiten moet kunnen.
Dat is een mensenrecht.
Laaglander
Geen opmerkingen:
Een reactie posten