Lang, lang
geleden toen de wereld nog jong was en de soldaten met poetskatoen schoten woonden ik met mijn toenmalige lief in een souterrainkamer. Het was niet groot
maar we hadden een tuin. We hadden 2 buren in onze souterrain. Linda, de
Surinaamse buurvrouw die me met veel geduld leerde hoe ik pindasoep kon maken
met een pot pindakaas. De andere buur was Josef die verkering had met een blonde
schone. Zij hadden een heftige bedrelatie en lagen altijd op dat zachte stuk
kamer. Onze keuken was ingericht onder de trap en gelukkig was er een plee
aanwezig. Daar leerde we elkaar kennen Igor en ik. Ik beloofde dat dit een
veilig plekje voor hem zou blijven maar buiten de plee was het ieder voor zich
en hij beloofde dat het toilet voortaan mugvrij zou zijn. Zo af en toe was Igor
eventjes weg maar wanneer hij terug was kondigde ik dit luidkeels bij de buren.
Zo van; “Igor is terug!” De blondine was bang voor Igor en ging dan altijd naar
boven op het toilet. Igor is altijd meeverhuisd. Bij elk huis vond hij wel een
eigen plekje en houdt alles mugvrij. Zelfs nu hangt hij aan een draadje buiten
op de ramen en wanneer hij er weer is roep ik weer; “Igor is terug!” en dan
vieren Jeroen en ik een feestje want dit is het waard door de terugkeer van
Igor de huisspin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten