Mensen
zeggen wel eens: ‘wordt je dat nou niet zat, die alcoholisten die maar steeds
terugkomen? Dat je maar begrip moet hebben. Dat gezeur over een moeilijke
jeugd, te kleine box, te weinig speelgoed en een te strakke luier. Overal is
weleens wat. Alcoholisten moeten gewoon
niet zo veel zuipen. Probleem opgelost.’
Was het maar zo simpel.
Elly, een
vrouw van vijftig, heet eigenlijk Elsbeth maar dat vindt ze ouderwets, is de
dochter van een moeder van vijftien jaar.
Dat kon dus
niet. Elly werd ter adoptie aangeboden. Andere smaken waren er niet. Elly had
geluk. Een vrome christen, die in zijn vrije tijd ouderling was, zag het als
plicht van naastenliefde haar op te nemen in zijn gezin. Elly had geluk. Er
waren in dat gezin al een paar kinderen. Kon Elly mooi de oude spullen van haar
pleegzussen dragen. Elly had geluk. Om haar dankbaarheid aan haar weldoeners te
tonen mocht ze buiten schooltijd huishoudelijk werk doen. Een werkster is zo
duur. En dan konden de echte kinderen van de christen lekker spelen. Elly had
geluk. Ze moest de herdershond van de christen
uitlaten. ‘Onder geen beding loslaten.’ Had hij gezegd. Elly liet hem niet los. Ze werd over de grond
gesleept maar ze liet niet los. Dat ze toch op haar kop kreeg was logisch want
haar mooie tweedehands kleren waren stuk gegaan. Haar benen ook maar dat gaat
vanzelf over.
Toen ze een
jaar of vijftien was viel het de christen op dat ze secundaire
geslachtskenmerken begon te krijgen. Elly had geluk. Ze kon eindelijk iets
terug doen voor haar weldoener. De vrouw
van de christen was zelf ook christen. Haar secundaire geslachtskenmerken hield
zij zorgvuldig verborgen onder lange gewaden en heur haar in een strenge knot.
Ze was niet meer gediend van de toenadering van haar man: hun gezin was immers
compleet. Dus was het logisch dat de weldoener zin in Elly kreeg. Een christen
is ook maar een mens. Om nu maar meteen van seksueel misbruik te spreken. Wie
appelen vaart wie appelen eet , nietwaar.
Ondanks dat Elly zoveel geluk had
in haar pleeggezin trouwde ze op haar achttiende met de eerste de beste.
Iemand die geleerd heeft dat ze niets waard is
denkt niet dat ze veel te kiezen heeft. Ze was al blij, zelfs verbaasd, dat
iemand haar wilde.
Dat huwelijk
was niet eens zò slecht. Ze kreeg twee kinderen. Maar het huwelijk hield geen
stand. Van seks kon ze niet genieten. Steeds moest ze denken aan de kop met de
gezwollen aderen, het bronstige gehijg en de kwalijke adem van haar pleegvader.
Ze weet dat ze weinig waard is. In therapeutische contacten is haar wel verteld
dat ze net zoveel waard is als een ander maar ze weet wel beter.
Geen wonder
dat koning alcohol een vaste plaats verwierf in het leven van Elly.
Na haar scheiding stommelde ze van de ene
slechte relatie in de andere, afgewisseld met opnames om van de drank af te
komen. Dat lukte tot dusver niet. Dus blijft ze terug komen. Ik vind niet dat
ik daar over mag oordelen. Consideratie lijkt mij meer op zijn plaats.
Elly is maar
een voorbeeld. Er zijn tig Elly’s, helaas. Veel van onze cliënten hebben in hun
jeugd te maken gehad met verwaarlozing
en geweld. Een slechte jeugd is niet
alleen een schrijvers goudmijn, ook de verslavingszorg vaart er wel bij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten