donderdag 4 oktober 2012

Doelgroep



 

Mensen zeggen wel eens: ‘wordt je dat nou niet zat, die alcoholisten die maar steeds terugkomen? Dat je maar begrip moet hebben. Dat gezeur over een moeilijke jeugd, te kleine box, te weinig speelgoed en een te strakke luier. Overal is weleens wat.  Alcoholisten moeten gewoon niet zo veel zuipen. Probleem opgelost.’

Was het maar zo simpel.

Elly, een vrouw van vijftig, heet eigenlijk Elsbeth maar dat vindt ze ouderwets, is de dochter van een moeder van vijftien jaar.

Dat kon dus niet. Elly werd ter adoptie aangeboden. Andere smaken waren er niet. Elly had geluk. Een vrome christen, die in zijn vrije tijd ouderling was, zag het als plicht van naastenliefde haar op te nemen in zijn gezin. Elly had geluk. Er waren in dat gezin al een paar kinderen. Kon Elly mooi de oude spullen van haar pleegzussen dragen. Elly had geluk. Om haar dankbaarheid aan haar weldoeners te tonen mocht ze buiten schooltijd huishoudelijk werk doen. Een werkster is zo duur. En dan konden de echte kinderen van de christen lekker spelen. Elly had geluk. Ze moest de herdershond van de christen  uitlaten. ‘Onder geen beding loslaten.’ Had hij gezegd.  Elly liet hem niet los. Ze werd over de grond gesleept maar ze liet niet los. Dat ze toch op haar kop kreeg was logisch want haar mooie tweedehands kleren waren stuk gegaan. Haar benen ook maar dat gaat vanzelf over.

Toen ze een jaar of vijftien was viel het de christen op dat ze secundaire geslachtskenmerken begon te krijgen. Elly had geluk. Ze kon eindelijk iets terug doen voor haar weldoener.  De vrouw van de christen was zelf ook christen. Haar secundaire geslachtskenmerken hield zij zorgvuldig verborgen onder lange gewaden en heur haar in een strenge knot. Ze was niet meer gediend van de toenadering van haar man: hun gezin was immers compleet. Dus was het logisch dat de weldoener zin in Elly kreeg. Een christen is ook maar een mens. Om nu maar meteen van seksueel misbruik te spreken. Wie appelen vaart wie appelen eet , nietwaar.  Ondanks dat Elly zoveel  geluk had in haar pleeggezin trouwde ze op haar achttiende met de eerste de beste.

 Iemand die geleerd heeft dat ze niets waard is denkt niet dat ze veel te kiezen heeft. Ze was al blij, zelfs verbaasd, dat iemand haar wilde.

Dat huwelijk was niet eens zò slecht. Ze kreeg twee kinderen. Maar het huwelijk hield geen stand. Van seks kon ze niet genieten. Steeds moest ze denken aan de kop met de gezwollen aderen, het bronstige gehijg en de kwalijke adem van haar pleegvader. Ze weet dat ze weinig waard is. In therapeutische contacten is haar wel verteld dat ze net zoveel waard is als een ander maar ze weet wel beter.

Geen wonder dat koning alcohol een vaste plaats verwierf in het leven van Elly.

 Na haar scheiding stommelde ze van de ene slechte relatie in de andere, afgewisseld met opnames om van de drank af te komen. Dat lukte tot dusver niet. Dus blijft ze terug komen. Ik vind niet dat ik daar over mag oordelen. Consideratie lijkt mij meer op zijn plaats.

Elly is maar een voorbeeld. Er zijn tig Elly’s, helaas. Veel van onze cliënten hebben in hun jeugd  te maken gehad met verwaarlozing en geweld.  Een slechte jeugd is niet alleen een schrijvers goudmijn, ook de verslavingszorg vaart er wel bij.

 Laaglander

 

Geen opmerkingen: