Dit is een heel oud gedicht dat ik schreef in een van mijn moeilijkste periode, 23-3-1989. Wat ben ik blij dat ik het allemaal achter me heb gelaten.
Vogels scheurend, krijsend
in de lucht.
Zoekend ! Eisend !
Waarvoor ? Waarnaar ?
Gebonden door onzichtbare
touwen,
Botsend tegen doorzichtbare
muren,
Muren binnen en buiten
mezelf.
Kwetsend, gekwetst, zoekend
Naar een diep donker gat in
de grond,
Naar een opening in de
bewolkte lucht.
Leven is vluchten door
ontkenning,
Vluchten vanuit mezelf en
binnen in mezelf,
Gebarricadeerd worden door
hoge stenen muren,
Stenen genaamd angst,
wantrouwen en onveiligheid,
Met daartussen specie van
onmacht, onwil en onvermogen.
Om die veilige schijnwereld
af te breken.
Mijn wereld, een eigen
gemaakt vagevuur,
Dit alles binnen de begrenzing
van mijn eigen hoofd.
Veranderen doet pijn.
Het zo laten vervlakt mijn
wereld tot een schijnbestaan.
Mijn grootste wens is;
Om de deur achter me te
sluiten
En alle sleutels weg te
gooien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten