dinsdag 14 mei 2013

Familie Laaglander op Kostelijk Kos


De winter was lang en koud, de lente is nat. Ik heb enorm de pest aan koude, nattigheid en duisternis. Vooral in combinatie. Ik vind een winterdepressie dus eigenlijk heel logisch. Een goede reden om een vakantietje in te lassen. Met het gezin naar Kos, dus. Acht dagen zon, warmte, ontspanning en all inclusive, dus veel lekker eten & drinken.  Ja, de ideale manier om te ontwinteren en vast een basis ‘bruin’ aan te leggen voor de zomer.
Mink naar het pension, de kat wordt door de buren verzorgd en de auto naar het auto-hotel, een goedkoper alternatief voor langparkeren dan op Schiphol. Je schijnt daar wel mee uit te moeten kijken; sommige combineren het parkeerbedrijf met een autoverhuurbedrijf. (Win-winsituatie voor de malafide ondernemer.) Dat hebben wij gelukkig nog niet meegemaakt.
Het vliegtuig zat vol mensen met hetzelfde oogmerk als wij: vakantie! Veel kleine kinderen. Dat was wel gezellig. Voor me zat een hele lieve dreumes over de stoelen heen te lonken. De reis verliep voorspoedig, maar het kost je toch een dag en het blijft vermoeiend. Luxe problemen, dat wel.
Het complex is tegen een heuvel aangebouwd. Voor onze familiekamer moet je een lekker stukje klimmen. Als je dat niet wil brengen ze je met een golfkarretje naar boven, net zo makkelijk. In het restaurant zit een man met een bontmuts op zijn grijze haar, onee, het is een schoensmeerbruine pruik. Ik heb hem de hele week met die heugafeld-tapijttegel zien lopen. Hij zal geen koud hoofd gehad hebben.
Alleen maar in de zon zitten kàn natuurlijk niet. All inclusive is voor ons soort mensen eigenlijk sowieso not done; je hoort naar een authentiek boerderijtje in Toscane te gaan en je daar bezig te houden met hogere kunst en dergelijke.
Goed, zijn we op de fiets naar Kos-stad gegaan. Dat ging prima, de heuvel af. In Kos is een fietspad langs het water. Het loopt langs het strand, langs een jachtwerf en langs een boulevard. Daar hebben we het kruisridderkasteel bezocht. Het is een enorme ruïne. Er zijn ook invloeden van het oude Griekenland en van latere perioden terug te vinden. Vanaf de muren kijk je uit over de zee. Met een beetje fantasie zie je de vijandelijke  Ottomaanse schepen naderen en met hun kanonnen op de muren schieten. De Turken zijn er ook weleens de baas geweest; er staat een minaret te domineren. De ruïne wordt nauwelijks onderhouden, laat staan gerenoveerd. Het hele complex is overwoekerd met goudsbloemen, klaprozen, gras en ander onkruid. Het zou weinig moeite kosten om antieke voorwerpen, bij voorbeeld stukken van een beeld, mee te nemen. Als er geen andere bezoekers zouden zijn waande je de archeoloog die daar voor het eerst kwam. Midden in het kasteel is een superlomp betonnen bouwsel neergezet. Ik dacht eerst dat het een bunker was. Maar blijkbaar is het voor wetenschappelijk onderzoek want er lagen allerlei antieke stenen items onder een afdak. Het gedeelte van het kasteel waar je niet hoeft te betalen is beklad met graffiti.
De fietstocht terug, omhoog was zwaarder, maar dankzij de versnellingen goed te doen.
We hebben ook een boottocht gemaakt. Op een prachtig houten zeiljacht.
Het schip, aartsengel Michael geheten, was lekker volgeboekt. Steeds dachten we dat er nu wel geen mensen meer bij zouden kunnen, liepen er weer een paar de loopplank op. Het leek wel een Bengaalse veerboot of een vluchtelingenboot. De bemanning bestond uit de man die ons de kaartjes had verkocht, type zijen sok, en twee kleine stinkende mannetjes, de kapitein en de kok.
 We zouden vandaag ook daadwerkelijk gaan zeilen, had zijen sok ons beloofd en hierin was hun arrangement uniek: geen enkele andere boottocht zeilde ècht. Het was hun unique selling point. In de stuurhut hingen twee crucifixen, drie Madonna's met kind en een Turks boze oog. Kennelijk hadden ze veel hulp 'van boven' nodig. De tocht was goed. Er was weliswaar niet voor iedereen plaats op het zonnedek maar niet iedereen wilde daar zonnen. Er gaan veel makke schapen in een schip. Eten en drinken was goed verzorgd. In een piepkleine baai legde hij aan op een rotsig strandje en de kok sloeg aan het barbecueën. Dat kon hij goed. De gasten konden een zwemmetje doen. We zijn ook nog naar een dorpje op een eilandje geweest. Vòòr een winkeltje zat de kok. Zeker zijn familie. Ze hadden een Mink-achtig hondje. Mogelijk een broertje van Mink, want die is afkomstig uit Griekenland. We zijn ook nog naar een strand geweest met zand. Dat was heerlijk. Onderweg hebben we dolfijnen gespot.
 Er waren twee Russen in het gezelschap die samen een fles Jack Daniel's whiskey havenmeester hebben gemaakt, naast de nodige biertjes en wijntjes. Ze hadden overal schijt aan en waren steeds als laatsten, te laat terug aan boord. Er was een gescheiden vader met twee jongens die heel de tocht niets anders dronk dan plastic bekers rode wijn. Hij moet er minsten 20 van hebben weggewerkt. Op het eind van de tocht was het helaas te laat om de zeilen nog te hijsen en er stond ook te weinig wind, zei Zijen Sok. Ik denk echter dat er te veel mensen waren om met het zeil te kunnen manipuleren, maar dat kon hij natuurlijk niet toegeven want dan zou hij moeten erkennen dat hij teveel gasten had meegenomen.
In de week heb ik precies het derde deel van de Millennium triologie, 600 bladzijden, kunnen lezen, het enige deel dat ik nog niet gelezen had. Zulke boeken lees ik alleen in de vakantie. Ik kwam het toevallig tegen in de receptie van het hotel, ten behoeve van de gasten en ik dacht: kip ik heb je.
Nu zijn we weer terug en aan het werk. Het weer is nog niet veel soeps maar de zomer komt er onvermijdelijk toch wel aan.

Laaglander.



Geen opmerkingen: