Toen Keizer Dsjou eetstaafjes van elpenbeen verlangde
voorzag zijn minister Dji Dsi niet veel goeds. Want wie met dergelijke staafjes
eet zal geen genoegen blijven nemen met aarden schotels, die wil schalen van
jade en buffelhoorn op tafel zien. En inplaats van rijst met groenten zal hij
het weke vlees van jonge luipaarden of van olifantenstaarten verlangen. Zijn
grove dagelijkse kleding zal hij versmaden en kostbare zijde eisen. Een strodak
zal hem te min zijn en hij zal in prachtige vertrekken willen wonen…..
Waar moest dat alles op uitlopen? Zo dacht de minister,
toen de koning elpenbenen eetstaafjes verlangde.
Reeds 5 jaar later was Dsjou een gevreesde tiran, die zijn
onderdanen op wrede wijze kwelde. Bergen vlees hoopten zich op zijn tafel op en
er vloeide zoveel wijn, dat men er een vijver mee had kunnen vullen. Op deze
wijze kwam hij tenslotte onontkoombaar ten val.
Geschreven door: Han Fe Dsi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten