Elk jaar
zing ik het bekende wijsje. De zon gaat wat harder en heter schijnen. We gaan
van stilstaan tot hollen. Een hittegolf. Ik had het kunnen weten en vooruit
denken. Neen dus. Ik schuif het steeds naar voren, verhuis de mand van op bed,
naast bed en visa versa . Tot de dag is gekomen en ik bijna vloeibaar word, de
mussen van het dak vallen, Jesse nog niet eens haar neusje beweegt en voor standbeeld speelt en Roen in bijna panische gedachten vast zit. Ik moet eraan
geloven. Roen belt me ondertussen voorzichtig op om te vragen hoe het met me
gaat. Goed zeg ik. Ik sta onder de ventilator die zijn rustige slag lang kan
volhouden, tenminste zolang er stroom is Maar waarom ben ik zo ijdel. Mijn lief
en ik gaan soms naar mijn lievelingskraam op de markt. Daar voel ik me als een
kind met een hand vol snoep. Roen verwent me maar wat ik krijg is niet zo
eenvoudig. Kleding vol met zakjes en frutseltjes , hele mooie kleding. Ik pak mijn plank en
ijzer. Bevochtig alles en ga met een diepe zucht aan het strijken. Nu weet ik
weer waarom ik alles uitstel. Manjana is een mooi Spaans woord en daar heb ik
al jaren op geoefend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten