zondag 16 april 2017

9 april 2017, de marathon van Rotterdam


Altijd is de dag van de marathon de warmste van het jaar, tot dan toe. Pure magie. Dit jaar is het niet anders. Ingebed in donkere, koude dagen is 9 april een kraakheldere, zonnige, warme dag. Niet ideaal voor de lopers, maar wel voor de toeschouwers.
Ik loop die marathon voor de tweeëntwintigste keer. Nooit heb ik mijn kinderen onder druk gezet mee te doen maar spontaan willen mijn jongens de marathon ook lopen. Mick van 35 en Koen van 21. Dat maakt het extra bijzonder voor mij en hun moeders.
De marathon heeft dit jaar zeventienduizend deelnemers. Daarom wordt er in vijf zogenaamde startgolven, met tussenpozen van tien minuten, gestart. Wij zitten in de laatste wave.
We zijn ruim op tijd. Mick vertelt dat hij vrijwel niet heeft geslapen. Hij voelde zich niet nerveus maar hij denkt door teveel suiker in zijn bloed als gevolg van het koolhydraat stapelen. Koen en ik hebben goed geslapen en ontbeten. Ik heb ook nog een fles bietensap proberen te drinken want dat schijnt je zuurstofopnamecapaciteit te verbeteren, maar na een halve fles was ik zo misselijk dat ik de rest maar heb laten staan. Koen begint sowieso niet aan dat soort fratsen.
Voor de start was het best nog koud. Mick liep te rillen in zijn hardloopsetje. Ik had een oud trainingspak aangetrokken, dat ik bij de start gewoon weggooi. Toen ik de warmte van de zon voelde wilde ik het weggooien, maar Miick wilde het de laatste tien minuten nog wel even aan.
Een helikopter cirkelde boven de Coolsingel. Lee Towers zong vanuit een hoogwerker ‘You never walk alone’ en menig traantje werd geplengd.
Toen mocht Ahmed Aboutaleb het kanon afschieten men ging de eerste wave van start
Nadat het eerste startschot geklonken had, schuifelde wij in de massa voetje voor voetje van het Hofplein richting Coolsingel. Wij starten veertig minuten na het eerste startschot. Het was druk en het ging niet al te snel. In het begin, de eerste tien, vijftien minuten is dat wel goed. Rustig inlopen heet dat. Maar de hele marathon moet je je eigenlijk aanpassen aan het tempo van je omgeving, of je moet steeds versnellen, inhouden en tussen mensen door schichten. Allemaal energieverlies. Nee, voor een snelle marathon moet je ergens anders zijn of je moet vooraan starten. Maar dat is nu eenmaal een gegeven. Het mooie van Rotterdam is dat het één groot feest is. Het hele parkoers staan blije, vrolijke mensen je aan te moedigen. Overal staan bandjes, dweilorkesten en deejays. Kinderen met fruit. Picknickers, feestvierders. Rotterdam is een groot feest. Mijn vrouw, mijn ex, mijn dochter - die de kwart marathon had gelopen - mijn kleinkinderen en de partners van mijn kinderen riepen ons toe in Kralingen. De tocht was haast volbracht.
Na de finish wachten wij elkaar op. Koen zag bleek maar had de beproeving goed doorstaan. Mick had het wat moeilijker gehad. Kramp en spierpijn.
Na de marathon was het nog warm in de stad. Het was ontzettend gezellig. De terrassen waren overvol. Grote glazen bier gleden in dorstige kelen. Menig atleet, de medaille om de nek, zat zijn persoonlijke overwinning te vieren. Mick had te veel spierpijn om te gaan zitten; hij zou niet meer overeind kunnen komen en Koen wilde naar huis. Maar de wandeling naar de metro was sfeervol. Thuis gekomen lieten wij ons in de watten leggen met kip piripiri en veel bier. Dat hadden we nodig én we hadden het verdiend.


Laaglander

Geen opmerkingen: